Molens en Ooievaars
Wie aan molens denkt, denkt aan Holland. Kijkt u vanaf bezoekerscentrum Martinustoren, dan ziet u echter al drie molens. U zult verbaasd zijn over het grote aantal water- en windmolens in het Land van Maas en Niers. De verbazing zal nog groter zijn als men weet dat meer dan de helft van de molens op de oostelijke Maasoever W.O. 2 niet heeft overleefd. Wel zijn er ten dele na de oorlog molens uit andere delen van Nederland voor in de plaats gekomen, zoals de met riet gedekte molen Gerarda in Heijen. Deze stond voorheen in Friesland. Zo hebben al deze monumentale windmolens een eigen verhaal te vertellen.
Hetzelfde geld voor de watermolens, waarvan de oudste, de Bovenste Plasmolen, aan de voet van de St. Jansberg, in de zomermaanden werkzaam is en voor het publiek toegankelijk.
Introductie ooievaars:
In het jaar 2000 vestigde zich in Gennep op een van de schoorstenen van het historische stadhuis een ooievaarspaar. Nadat de ooievaars naar Afrika waren gegaan om te overwinteren, werd het nest verhuisd naar de andere schoorsteen, die niet in gebruik was. Er werd speciaal een stalen onderbouw voor het nest gemaakt.
De moeite was niet vergeefs. Sindsdien hebben de ooievaars telkens de weg naar Gennep gevonden en brengen er zomers hun kleintjes groot. Vanaf een terras op de Markt kunt u hun vlieglessen en eerste vluchten gadeslaan. Sinds 2010 overwinteren de ooievaars op hun nest in Gennep.
De ooievaars horen inmiddels bij de entourage van de historische Markt.
En in de zomer krijgt men de indruk dat ze genieten van de jaarlijkse festiviteiten die beneden op de Markt elke zaterdag gehouden worden. De Gennepse ooievaars worden sinds 2015 door heel Nederland gevolgd via www.beleefdelente.nl/vogel/ooievaar